Begeleiding of behandeling?
Begeleiding
Bij het bieden van begeleiding zijn we bezig met het vaardig maken van de hoogbegaafde in de eigen omgeving. Dat betekent dat we het kind en de ouders leren wat hoogbegaafdheid inhoudt en op welke wijze de omgeving aangepast kan worden om hier goed mee om te gaan. Hierbij kunnen (ortho)pedagogen of toegepast psychologen ingezet worden.
Behandeling
Als we behandeling bieden dan zijn we meer in het psychologische aspect van hoogbegaafdheid aan het werken. Dat betekent dat we met gestructureerde protocollen in het achterhoofd aan de slag gaan met bijvoorbeeld het reduceren van angst, het reguleren van woede-aanvallen, het verminderen van depressieve kenmerken of met de aanpak van denkproblemen. Hierbij worden onze psychologen en orthopedagogen ingezet.
Van peuter tot puber
Het helpen van hoogbegaafde kinderen vereist een specifieke aanpak. Hoogbegaafde kinderen hebben allemaal in meer of mindere mate bijzondere karaktereigenschappen waar in de begeleiding/behandeling bij hoogbegaafde kinderen rekening mee gehouden moet worden om hen in een positieve spiraal te krijgen. Zoals:
- Ruimte geven om te discussiëren
- Uitleg geven over álles
- Authenticiteit uitstralen en het kind daardoor respecteren en waarderen
- Een duidelijk, democratisch opgesteld doel hebben
- Creativiteit gebruiken om stappen te zetten
- De juiste feedback geven en op een passende manier
Door met bovenstaande eigenschappen rekening te houden, zijn we in staat om het kind zichzelf te gaan laten ontwikkelen. Hierbij staat ‘zichzelf’ centraal, omdat we niet geloven in het altijd blijven aanpassen van de omgeving, maar om het kind vanuit zichzelf te versterken. Natuurlijk is een bepaalde mate van aanpassing belangrijk; denk hierbij aan uitdaging bieden op school en thuis, maar het kind zal zich later ook zelfstandig in de maatschappij moeten redden. Om die reden werken we dan ook vanuit het kind en krijgt het kind veel inspraak en initiatief geboden. Onze ervaring heeft geleerd dat de beste aanpak bij de begeleiding vooral gericht moet zijn op het zelfverantwoordelijk en zelfsturend leren, waarbij ouders wel een cruciale ondersteunende rol spelen.
Onze kernwoorden:
- Cognitieve prikkeling
- Humor
- Gelijkwaardigheid
Peuters
Deze leeftijdscategorie benaderen we vooral na een korte kennismaking via de ouders. Peuteronderzoek kan duidelijkheid bieden over hoe ver het kind voorloopt en of vervroegd onderwijs een optie zou zijn. Verder kunnen we vooral veel handvatten bieden in opvoeding en het prikkelen van het kind in de thuissituatie. Moet je hem bijvoorbeeld al leren lezen of juist niet? En is het verstandig om door te groeien op schoolse vaardigheden of moet je dat beter anders aanvliegen? Welke materialen kun je aanbieden en wat zijn leuke cadeaus voor een bepaalde leeftijd? Via de ouders bereiken we al een heleboel.
Basisschoolleeftijd
In deze leeftijdscategorie ligt de focus als eerste op de diagnostiek. De meest voorkomende vragen zijn:
- Is het kind hoogbegaafd en wat is precies het intelligentieprofiel?
- In hoeverre loopt het kind voor op school of is het juist aan het onderpresteren?
- Is een versnelling raadzaam en wat is de meest passende compacting / verrijking
Daarnaast zien we ook veel hulpvragen die zich richten op de emotionele en sociale problematiek, zoals woede en angsten, een negatief zelfbeeld, een vaste mindset, perfectionisme, onvoldoende aansluiting kunnen vinden bij leeftijdgenoten enzovoort.Na diagnostiek richten we ons op het zelfbeeld en het in balans brengen van het kind en het gezin. Hierbij gebruiken we de speciaal ontwikkelde methode Talent-Zijn, waarbij we alle aspecten van hoogbegaafdheid en de meest voorkomende problematiek meepakken, zodat alle puzzelstukjes op z’n plek vallen.
Tieners en (jong)volwassenen
Om tieners en jongvolwassenen te kunnen helpen, zijn we afhankelijk van de welwillendheid van de jongere zelf. Bij de eerste intake zien we daarom graag dat de tiener meekomt en richten we ons in het gesprek vooral op hem of haar. Autonomie en het gevoel van controle is belangrijk, tevens het zien van het doel van de behandeling. Als de jongere de behandeling niet nuttig vindt of het enkel voor een ouder doet, dan is de kans groot dat het niet gaat lukken. Onze eerste uitdaging is dan ook om samen met de tiener een nuttig plan te maken en motivatie te vinden. Meestal heeft de behandelingsvraag te maken met het functioneren op het voortgezet onderwijs: leren leren, planning en organisatie, faalangst en motivatie zijn de meest voorkomende uitdagingen binnen de middelbare scholen. Veelal zit hier echter andere problematiek onder, welke wij proberen te doorgronden zodat de basis aangepakt wordt in plaats van aan de oppervlak gewerkt wordt.