13/11/2024

Geen meerwaarde GZ-psycholoog bij hoogbegaafdheid!

Heeft een GZ-psycholoog toegevoegde waarde binnen psychologische zorg voor hoogbegaafden?

Yvonne Duran – Praktijk Hoogbegaafd

 

 

In dit betoog wil ik uitleg geven over de psychologische zorg aan hoogbegaafde kinderen en uiteenzetten waarom gerichte ervaring binnen deze specialistische zorg voorkeur heeft boven een algemene WO+ regiebehandelaar (zoals een GZ-psycholoog). Aan de hand van enkele vragen zal ik de belangrijkste onderwerpen behandelen en waar mogelijk refereer ik aan artikelen en boeken die de onderbouwing kunnen ondersteunen. Verder is dit betoog geschreven vanuit 15 jaar ervaring in het aanbieden van specialistische psychologische zorg binnen deze doelgroep.

 

Waar houdt een specialistische praktijk voor hoogbegaafdheid zich mee bezig?

Natuurlijk hebben wij te maken met alle soorten hulpvragen die je ook bij andere cliënten vindt en zijn we in dat opzicht een algemene psychologische praktijk. Wij zien kinderen met externaliserend gedrag, ouders met opvoedvraagstukken, jongeren die niet lekker in hun vel zitten, kinderen met emotionele issues, hechtingsproblemen en nog veel meer. De specialisatie zit in de aan hoogbegaafdheid gerelateerde problematiek die wij veel zien: t-trauma, schooltrauma, systemische hoogbegaafdheid en intergenerationeel trauma (hierover later meer). Hierdoor zijn de behandelingen vaak niet alleen op het kind gericht, maar komen de ouders ook individueel in een behandeltraject en betrekken we scholen bij deze trauma-gerelateerde onderwerpen. Onze doelgroep heeft verder te maken met een andere hersenontwikkeling, waardoor emoties intenser ervaren en verwerkt worden (1). Dagelijkse emotionele ervaringen spelen een grote rol in het welbevinden en daarmee op het gedrag van de hoogbegaafde cliënt (2). Onze focus op de regulatie van deze intense emotionele belevingswereld voorkomt en/of vermindert latere problemen die aan hoogbegaafdheid gerelateerd zijn (2).

 

Welke invloed heeft een WO+ regiebehandelaar op de zorg aan hoogbegaafden?

Zowel in de basisopleiding tot psycholoog als in de vervolgopleidingen WO+ is het onderwerp hoogbegaafdheid iets wat zeer kort ter sprake komt wanneer geleerd wordt om een IQ-test te scoren. Zo wordt gesteld dat er nog onvoldoende aandacht voor hoogbegaafdheid binnen de zorgopleidingen is (6). Verschillende gepassioneerde mensen in Nederland strijden al jaren voor kennis over hoogbegaafdheid in de GGZ en er lijkt wat beweging te komen, maar zowel de zorg als het onderwijs zijn logge organen, waardoor verandering maar traag op gang komt.

Door onvoldoende kennis binnen de reguliere psychologie worden standaard cognitieve protocollen ingezet die niet passend zijn vanwege de mate van voorspelbaarheid voor hoogbegaafde kinderen (6). Ook wordt er geen rekening gehouden met de karaktereigenschappen van hoogbegaafde kinderen (de intensiteit van leven) en de cognitieve focus die zij al hebben. Verder wordt in onderzoek aangegeven dat een andere (lichaamsgerichte) aanpak betere resultaten in de behandeling van hoogbegaafde kinderen zal laten zien (6). Ook traumaprotocollen, zoals EMDR, hebben een aangepaste inzet nodig om de werkzaamheid en effectiviteit te bevorderen en als dit niet gebeurt, dan kan er sprake zijn van hertraumatisering (3). Onderzoek (7) heeft laten zien dat 67% van de hoogbegaafde volwassenen eerder hulp binnen de reguliere GGZ heeft gezocht, maar dat deze hulp niet aan heeft geslagen door een verkeerde benadering van de zorg. Dat is ook wat wij in onze praktijk zien; volwassenen die vanaf hun jeugd al meerdere hulptrajecten hebben gehad en die alleen maar verder in hun eigen psychische problematiek verstrikt zijn geraakt.

Met betrekking tot diagnostiek wordt gezien dat het risico op misdiagnose groot is als er onvoldoende kennis over hoogbegaafdheid is en dat het daarom essentieel is om diagnostiek bij een gespecialiseerde praktijk te laten doen (5). Eerdere ervaringen laten volwassen cliënten zien met meerdere labels vanuit de DSM, maar die ‘alleen maar’ hoogbegaafd bleken te zijn (3, 7). Wij zien in onze praktijk veel cliënten die voor een second opinion komen. Het ontkennen of te laat onderkennen van hoogbegaafdheid zorgt voor microtrauma bij de cliënt wat letterlijk traumasporen in de hersenen nalaat en daarmee langdurig invloed heeft op het dagelijkse emotioneel en sociaal functioneren (3, 4). Omdat onze expertise binnen de diagnostiek door andere professionals ervaren wordt, hebben we regelmatig intercollegiaal contact met WO+ geschoolde behandelaren van (grote) regionale GZ-praktijken om mee te denken en om adviezen te geven als ze hoogbegaafdheid vermoeden.

Er is een belangrijke uitzondering op bovenstaande. Wanneer de psychische problematiek dermate zwaar is dat sGGZ gewenst is (denk hierbij aan de gevolgen van niet-tijdig behandelde zwaar trauma, zoals suïcide, eetstoornissen, automutilatie of dissociatie), dan is een GZ-psycholoog, klinisch psycholoog of psychotherapeut mét opleiding op het gebied van hoogbegaafdheid de aangewezen persoon om de behandeling voort te zetten. Hier zijn er helaas heel weinig beschikbaar van.

 

Welke risico’s zijn er voor hoogbegaafden als er geen specialistische zorg wordt geleverd?

Het probleem van niet passende zorg en/of onderwijs op de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt ook binnen de masteropleiding van de Ritha (10) erkend. De belangrijkste trauma’s die schooltrauma veroorzaken zijn het langdurige trauma op basis van ‘het zijn van een minderheidsgroep in een meerderheidsomgeving’, de t-trauma’s horende bij de emotionele intensiteit en het langdurige trauma door onderdrukte nieuwsgierigheid (3). Dit t-trauma zorgt voor een verhoogde arroussal en verkleind Window of Tollerance, waardoor het reguleren van stress en emoties steeds lastiger wordt en psychische problematiek een groter en groter risico wordt (2). Wij zien de kinderen, die met dit (onbehandelde) schooltrauma opgroeien, veranderen in jongeren met depressie, angststoornissen, externaliserend gedrag en schooluitval. Schooltrauma vanuit hoogbegaafdheid is een onbekend begrip binnen de reguliere GGZ, maar heeft dus grote gevolgen wanneer het niet herkend wordt. Wij denken dat het leed van schooltrauma binnen het hele gezin groot is en voor de jeugdzorg duurder dan tijdig passende zorg bieden.

 

Op welke wijze geeft een specialistische praktijk voor hoogbegaafdheid vorm aan zorg voor kind&jeugd?

Graag wil ik allereerst een nuance aanbrengen in de specialisatie die andere praktijken op het gebied van hoogbegaafdheid zeggen te hebben. Door in de basis te weten wat hoogbegaafdheid is en door IQ-testen te kunnen doen, kan niet gezegd worden dat je een specialisatie hebt. Het is niet voor niets dat nieuwe werknemers in onze praktijk een interne opleiding van twee jaar hebben voordat ze volledig zelfstandig kunnen werken. Hoogbegaafd-zijn heeft invloed op allerlei ontwikkelingsgebieden en omgevingsfactoren (11) en de diepe lagen van deze invloed worden door slechts enkele praktijken in Nederland gevangen. Een opsomming van verschillende lagen die meegenomen moeten worden in de diagnostiek en behandeling van hoogbegaafdheid:

  • Een hoogbegaafd kind leeft meestal in een hoogbegaafd gezin (systemische hoogbegaafdheid). Systemische gesprekken over de grote opvoeduitdagingen zijn van belang, want hoe leef je als een emotioneel intens systeem met elkaar? Dit mag onderdeel van elke behandeling zijn.
  • De ouder die leeft vanuit het eigen hoogbegaafdheidstrauma (intergenerationeel trauma) heeft een effect op elke vorm van zorg of onderwijs. Een hoogbegaafd kind heeft erfelijk gezien vaak een hoogbegaafde ouder, die op het moment van erkenning van het kind in de eigen trauma’s terecht kan komen. Wij zien hierbij regelmatig beschermend gedrag, waar hechtingsproblemen door naar voren komen. Het is van belang om te weten hoe je bij zo’n hoogbegaafde volwassene deze verdedigingsmechanismen aankaart om het kind zelf te kunnen gaan helpen.
  • De snelle cognitieve ontwikkeling, de intense emoties en de trauma’s zorgen ervoor dat ‘gewone’ gespreksvoering met de opvoeders lastig kan zijn. Waar zij een behandelaar zonder vaardigheden op hoogbegaafdheid vrij makkelijk verbaal kunnen ‘bespelen’ hebben we technieken ontwikkeld waarmee je tot de werkelijke kern kan komen en de kwetsbaarheid van de ouder als opvoeder kan raken.
  • Zoals eerder beschreven is cognitieve therapie niet de juiste aanpak. Hoogbegaafden leren op het hoofd (denken) te vertrouwen, maar sluiten zich af voor het hart en lichaam (voelen). Verhoogd arroussal is fysiek minder voelbaar, waardoor de emotionele intensiteit en daaropvolgende psychische problematiek groter worden. In de behandeling heeft het daarom de voorkeur om te werken met elementen uit de lichaamsgerichte therapie, specifiek gericht op mensen die zo sterk vanuit het hoofd leven.
  • Om de kans op langdurige psychische problematiek te verminderen, is het belangrijk om goede psycho-educatie te geven, gebaseerd op een positief zelfbeeld, om het systeem te leren om de emoties te reguleren en om de intense beleving van de wereld te kunnen begrijpen en reguleren. Deze ontwikkelde protocollen zijn ontstaan door onze jarenlange ervaring en niet opgenomen in de gestandaardiseerde GZ-protocollen.

 

We werken al bijna 15 jaar uitsluitend met hoogbegaafden en doen niet anders dan wetenschappelijk onderzoek naar hoogbegaafdheid bijhouden, bijdragen aan (wetenschappelijke) literatuur en ook opleiden en informeren van professionals (zoals psychologen, onderwijspersoneel en POH’ers). In de afgelopen jaren hebben we daarmee duizenden hoogbegaafde cliënten van 3 tot 72 jaar ondersteund en hen een stap op weg geholpen naar balans in het leven. Hiermee is te onderbouwen dat onze vaktechnische ervaring zich heeft bewezen.

 

Tot slot

In wetsartikel 4.1.1 van de Jeugdwet staat dat er verantwoorde zorg geboden moet worden, waarbij verwezen wordt naar ‘cliëntgerichte hulp die inspeelt op de reële behoefte van de cliënt zelf en die van een goed niveau is’. In wetsartikel 8.1.1 staat dat een gemeente een PGB moet toekennen wanneer het college aangeeft dat de jeugdhulp van goede kwaliteit is. Het wordt niet nader omschreven wat ‘goede kwaliteit’ betreft, maar voorgaand artikel lijkt te wijzen op inhoudelijk goede zorg en niet op een opleidingseis. Door de eis  van een WO+ regiebehandelaar bij toekenning van een PGB, ontneem je de keuze voor passende zorg van de hoogbegaafde cliënt. Mijn vraag is of we voor deze specifieke doelgroep moeten handelen vanuit een niet ter zake doende opleidingseis of vanuit onderbouwde en langdurig opgebouwde vaktechnische kennis…

 

Literatuur

  1. Daniels en Piechowsky (2009). Living with intensity.
  2. Frumau (2022). Hoogbegaafdheid: emotionele ontwikkeling bij kinderen en (jong)volwassenen
  3. Hoiting en Nauta (2022). Hoogbegaafde hulpzoekers.
  4. Kolk (2022). Traumasporen in lichaam, brein en geest
  5. Webb en Amend (2020). Misdiagnose en dubbeldiagnose bij hoogbegaafdheid.
  6. Artikel uit Nurse Academy GGZ (2023). Hoogbegaafdheid in de psychiatrie.
  7. Artikel Nauta uit Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (2020). Hoogbegaafd: wel anders maar niet gek.
  8. Jeugdwet, artikel 4.1.1
  9. Jeugdwet, artikel 8.1.1 lid c
  10. https://www.ru.nl/radboud-centrum-sociale-wetenschappen/cursussen/al-het-aanbod/ritha-opleiding
  11. https://www.praktijkhoogbegaafd.nl/het-model-van-duran/