Executieve functies, wat zijn dat?
Executieve functies zijn kort gezegd ‘vaardigheden die mensen nodig hebben om taken uit te voeren’.
We onderscheiden twee categorieën:
1. functies gericht op doelen
– planning
– organisatie
– time-management
– werkgeheugen
– meta-cognitie
2. functies gericht op gedrag
– reactie inhibitie
– emotie regulatie
– volgehouden aandacht
– taakinitiatie
– flexibiliteit
– doelgericht doorzettingsvermogen
Deze vaardigheden zijn aangeboren maar de denkprocessen zijn nog niet volledig ontwikkeld bij de geboorte van kinderen. Ze rijpen tijdens het opgroeien naar volwassenheid. Omdat dit rijpingsproces gepaard gaat met fysieke ontwikkeling in de hersenen (toename van hersencellen gevolgd door een snoeiperiode van ongebruikte hersencellen) is het van belang om de executieve functies te oefenen om deze zo sterk mogelijk te ontwikkelen en om ze te behouden.
De executieve functies zijn functies die mensen in staat stellen om doelen te realiseren en het gedrag wat daarbij hoort aan te sturen.
Een voorbeeld van executief functioneren
Lees met het voorgaande in gedachte het volgende voorbeeld:
Als Niek met een lastige rekentaak bezig is en zijn vulpen blijkt leeg te zijn, zal hij dit moeten oplossen om verder te kunnen met zijn taak. Om een nieuwe vulling uit de kast achter in de klas te halen, moet hij een aantal beslissingen nemen; opstaan, van zijn tafeltje naar de kast achter in de klas lopen, kastdeur openmaken, vullingen bakje van de bovenste plank pakken, het op de kast zetten, bakje open maken, vulling uit het bakje halen, bakje sluiten en weer terug zetten, kast dicht doen, vulling in de pen doen, terug lopen naar zijn tafeltje, gaan zitten en tenslotte verder gaan met zijn rekentaak.
Dit is een eenvoudige taak maar om dit te voltooien moet Niek de drang onderdrukken om met vriendjes te praten die naast de kast zitten of bijvoorbeeld om een boek uit de kast te pakken. En wat nu als de vullingen op blijken te zijn? Dan moet hij bedenken dat hij in de onderste lade van de kast een nieuw doosje kan pakken, maar hij moet zijn frustratie onderdrukken, een ruzie met een klasgenoot vermijden omdat de degene die de laatste vulling heeft gepakt het doosje niet heeft aangevuld. Hij moet zorgen dat de nieuwe vulling netjes in zijn pen komt, zonder inktvlekken op zijn werk of nieuwe trui te maken.
Een kind met zwakke executieve functies kan misschien zonder problemen de taak van een nieuwe vulling pakken volbrengen maar het kan ook afgeleid worden, verkeerde keuzes maken, zijn gedrag of emoties niet beheersen, de kast open laten staan, vullingen bakje niet afsluiten, inktvlekken maken.
Herkenbaar? Veel hoogbegaafden hebben moeite met de executieve functies. Ze worden ten onrechte gelabeld als moeilijk opvoedbaar, te druk, of slecht opgevoed.
In haar boek Talent-Vaardig legt Yvonne Buijsen-Duran de executieve functies uitgebreid en duidelijk uit. Ze beschrijft de factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de functies en geeft handige vragenlijsten voor thuis om te bepalen waar precies de knelpunten zitten. Het boek is praktisch en doorspekt met voorbeelden die iedere ouder van hoogbegaafde kinderen zal herkennen. Wanneer je meer wilt weten over de ontwikkeling van vaardigheden bij je hoogbegaafde kind is dit boek een absolute aanrader.
5 tips om executieve vaardigheden te oefenen
Hier geven we je vast graag 5 tips uit het boek (in het boek vind je nog veel meer tips en oefeningen) om de executieve vaardigheden van je kind te oefenen.
Tip 1 : oefenen van taakinitiatie
Het gaat bij deze oefening om het zo snel mogelijk starten van de taak en niet om de invulling ervan. Geef complimenten om de goede reden: snel en effectief starten met de taak.
Maak samen met je kind rommel in huis. Maak hierbij plezier in het rommelen en haal van alles overhoop. Maak daarna samen een lijstje van alles dat weer opgeruimd moet worden bv Lego in de kist, jassen aan de kapstok, pannen, kussen. Zet alle taken onder elkaar en je kind startklaar. Jij noemt een willekeurig onderdeel waarna je kind zo snel mogelijk start met de taak.
Tip 2 : oefenen van flexibiliteit
Als je kind vastloopt in een opdracht en hij zelf bedenkt dat de gekozen oplossing blijkbaar niet werkt, is het een compliment waard als hij een andere oplossing kiest of hulp gaat zoeken.
Zeg bij een jong kind een rij met sommen op waarbij je kind een grappig gebaar moet doen als jij een foutje maakt. Dan ruil je van rol en moet je kind de rij opzeggen. Daarna kun je serieus oefenen met bijvoorbeeld de tafels waarbij hetzelfde gebaar volgt bij een foutje.
Tip 3 : oefenen van?volgehouden aandacht
Speel “zeg geen ja/nee/euh..” Hierbij moet je kind een hele tijd behoorlijk geconcentreerd bezig zijn met de antwoorden. Draai de rollen ook eens om, want ook het stellen van vragen vergt veel aandacht.
Tip 4 : oefenen van doelgericht doorzetten
Geef je kind een saaie huishoudelijke taak met een leuke opdracht in het vooruitzicht. Het is de bedoeling dat de eerste taak ook af is alvorens aan de leuke opdracht begonnen kan worden.
Tip 5 : oefenen van emotie-regulatie
Bij boosheid en huilbuien is het belangrijk om dit eerst in orde van grootte te zetten, waardoor je kind zijn emoties beter kan plaatsen. Bij jonge kinderen kun je dit doen aan de hand van smileys opeen trap:hoe hoger de smiley op de trap getekend, hoe blijer je kind is. Bij pubers kun je gebruik maken van (rapport-)cijfers.