Sinds enkele jaren werken wij bij Praktijk Hoogbegaafd met het Model van Duran (herziene versie versie 2018). Dit model gaf ons inzicht in de opbouw van hoogbegaafdheid en welke factoren een rol spelen bij het tot uiting komen van de talenten. Het werken vanuit een model is helpend bij het uitleggen en diagnosticeren van hoogbegaafdheid, maar voortschrijdend inzicht heeft ons doen inzien dat ons model een update mag krijgen. Middels dit artikel willen we uitleg geven aan de wijzigingen, de opbouw en achterliggende gedachte van het Model van Duran, versie 2022.
Bij Praktijk Hoogbegaafd kijken we naar hoogbegaafdheid vanuit het Model van Duran. Hierbij wordt hoogbegaafdheid vanuit twee lagen bekeken. De eerste binnenste kern van het model geeft de hoofd- en hart-kenmerken van hoogbegaafdheid weer. Deze cognitieve en karaktereigenschappen moeten in bepaalde mate herkend worden om van hoogbegaafdheid te kunnen spreken. Deze kern geeft de basis van de persoonlijkheid weer, maar je ‘bent’ niet je hoogbegaafdheid. Om deze kern heen zit een laagje dat we welzijn noemen. Deze laag geeft aan of je lekker in je vel zit en daarmee je sterke eigenschappen kan laten floreren. Onder andere emotionele problemen, angststoornissen, depressies en zelfbeeldproblemen zijn uitingen van een verminderd welzijn en manifesteren zich daarmee op deze laag. Rondom deze lagen van het model bevinden zich de Persoonseigen- en Contexuele factoren die van invloed zijn op het welzijn. Deze factoren kunnen het welzijn verminderen waardoor je bijvoorbeeld emotionele en sociale problemen kan ervaren, je aan kan gaan passen en gewenst gedrag kan laten zien, of je juist te rigide kan opstellen en daardoor sterk zelfbepalend gedrag kan laten zien. Deze gedragingen oefenen op hun beurt weer terug invloed uit op de Persoonseigen en Contextuele factoren, waardoor er een zelfversterkend patroon ontstaat en ongewenste emoties steeds meer op de voorgrond treden. Om dit patroon te doorbreken is het van belang om factoren uit deze context en uit de persoon zelf zorgvuldig in kaart te brengen om zo na te kunnen gaan waarom iemand bepaald gedrag of bepaalde emoties vertoont. Inzicht in deze patronen biedt een sleutel voor het doorbreken ervan en leidt tot de mogelijkheid voor het veranderen van het onwenselijke gedrag/emoties en het verhogen van het welzijn. In onderzoek wordt een inschatting gemaakt van de patronen die de moeilijkheden kunnen verklaren, in stand houden of verergeren. Daarnaast wordt bekeken welke factoren patronen verklaren, in stand houden of versterken die juist van beschermend belang zijn voor de hoogbegaafde en daarmee een positieve rol spelen in het verhogen van het welbevinden. Hieronder worden zowel de hart- en hoofdkenmerken als de persoonseigen en contextuele factoren besproken.
Hoogbegaafdheid
Hoogbegaafdheid wordt gevormd door de hoofd-kenmerken en de hart-kenmerken, welke beide een biologische grondslag in de hersenen hebben. De hoofd-kenmerken bestaan uit een hoge intelligentie en creatief denkvermogen. Een hoge intelligentie betekent dat je snel en logisch kunt denken (wat iets anders is dan slim zijn) en wordt gemeten met een intelligentietest. De uitslag van de intelligentietest is dus een van de factoren waarmee hoogbegaafdheid wordt vastgesteld, maar het is niet de allesbepalende factor. Het is cruciaal dat een IQ-test op een doordachte wijze, rekening houdend met de persoonlijkheidskenmerken van hoogbegaafden, wordt afgenomen. Enkel in die gevallen is de kans op een juiste en passende score optimaal. Het creatief denkvermogen wordt vaak verward met creatief zijn, maar het betekent in deze context dat je op een creatieve wijze kunt denken: je kan bijvoorbeeld meerdere antwoorden bedenken op een probleem, hebt meerdere wedervragen als er een vraag wordt gesteld of je houdt je graag bezig met het oplossen van allerhande vraagstukken.
De hart-kenmerken zijn het tweede onderdeel van hoogbegaafdheid. Deze kenmerken komen voort uit het feit dat hoogbegaafde hersenen prikkels van buitenaf op een intense wijze in de hersenen kunnen verwerken. Net zoals bij de hoofd-kenmerken ligt ook hier een biologische aanleg ten grondslag aan dit kenmerk. Door deze intense verwerking van prikkels van buitenaf zijn er op vijf verschillende gebieden intense gedragingen waar te nemen. Dit gedrag is bij hoogbegaafden duidelijker zichtbaar dan bij niet hoogbegaafden en zorgt voor het gevoel van ‘anders zijn’ of ‘niet begrepen worden’. Hieronder gaan we ze één voor één kort bespreken; een volledige beschrijving is vindbaar in diverse andere artikelen op onze website.
1) de intellectuele intensiteit
De intellectuele intensiteit vertelt iets over de nieuwsgierigheid naar de wereld. Hoogbegaafden houden ervan om in onderwerpen te duiken en kunnen zichzelf daar volledig in verliezen. Ook worden filosoferen en diepgaande gesprekken erg gewaardeerd.
2) de beeldende intensiteit
Met deze intensiteit wordt bedoeld dat hoogbegaafden een sterke verbeeldingskracht hebben. Hieronder valt een grote fantasie en frequent gebruik van metaforen.
3) de emotionele intensiteit
Bij de emotionele intensiteit wordt waargenomen dat hoogbegaafden emoties op een sterkere manier beleven. Het gaat hierbij om de sterkere beléving van de emotie en niet om de emotie zelf. Verder zie je tevens een diepe gehechtheid aan personen, dingen en plaatsen of het sterk aanvoelen van emoties van anderen.
4) de sensorische intensiteit
Bij deze intensiteit wordt gezien dat de zintuigen scherper zijn afgesteld en daarmee meer prikkels afgeven dan bij anderen. Denk hierbij aan snel last van licht of geluid hebben, specifieke geuren of smaken niet kunnen dulden of last hebben van zachte of juist harde aanrakingen.
5) de psychomotorische intensiteit
Een hoog energielevel is kenmerkend voor de psychomotorische intensiteit; denk aan snel praten, voortdurend bewegen, weinig slaap nodig hebben of meerdere projecten tegelijkertijd uitvoeren.
Persoonseigen en contextuele factoren
Wij onderscheiden twee soorten factoren die van invloed kunnen zijn op het welzijn van de hoogbegaafde: de persoonseigen factoren zijn factoren die in de hoogbegaafde zelf zitten en de contextuele factoren zijn factoren die vanuit de omgeving invloed uitoefenen. De factoren die we hier benoemen zijn factoren die ook bij andere mensen invloed kunnen hebben, maar door de persoonlijkheidseigenschappen van hoogbegaafden hebben deze factoren bij hoogbegaafden extra invloed op hun welzijn.
De persoonseigen factoren:
- Ontwikkeling en persoonlijkheidsproblematiek
Een diagnose als ADHD, autisme, angstige persoonlijkheidsstoornis of obsessief-compulsieve stoornis wordt beïnvloed door de intensiteiten en beïnvloedt op haar beurt weer het welbevinden.
- Cognitieve schema’s
Resultaatgerichte of procesgerichte gedachten bepalen op welke wijze de hoogbegaafde over zichzelf en over activiteiten denkt. Het is een soort zelfontworpen kaart van hoe de wereld werkt.
- (Intensiteiten) Regulatiestrategieën
Het herkennen en reguleren van de intensiteiten en emoties zijn een belangrijke stap in het begrijpen van wie je bent en waarom je dingen doet zoals je ze doet. Verder voorkomt het reguleren van intensiteiten en emoties dat je overweldigd wordt door de intense beleving.
- Executieve vaardigheden
Deze vaardigheden, zoals doelgericht handelen, organiseren, plannen, geheugen, en time-management, heb je nodig om een groter doel te bereiken of resultaten te laten zien. Als je door cognitieve onderprikkeling deze functies nooit hebt aangeleerd en je daardoor moeilijkere doelen niet kunt bereiken, kan het van invloed zijn op je welzijn.
- Lichaamsbewustzijn
Door de sterk ontwikkelde intellectuele vaardigheden en intense emoties kan de hoogbegaafde de onbewuste keuze maken om het contact met het lichaam (en de emoties die je daar voelt) te verliezen en zich voornamelijk op het hoofd te richten. De uitdrukking “een wandelend hoofd” is van toepassing en in veel gevallen is dit een beschermingsmethode voor het voelen van de sterke emoties.
De contextuele factoren:
- Hechtingsproblematiek
Hechting heeft te maken met enerzijds het verbinden met anderen en aan de andere kant het zelfstandig kunnen functioneren in de wereld. De diepe gehechtheid die een hoogbegaafde aan personen kan hebben, kan ervoor zorgen dat er weinig ruimte genomen wordt voor de zelfstandigheid. Bij gezinnen waar hoogbegaafdheid een rol speelt kunnen hechtingspatronen intergenerationeel doorgegeven worden, waardoor aandacht hiervoor van belang is.
- Traumata en kwetsuren
Heftige gebeurtenissen kunnen grote invloed uitoefenen op het welzijn van iemand. Hierbij kan sprake zijn van grote trauma’s, maar ook herhalende nare situaties kunnen een trauma opleveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een schooltrauma, waarbij een hoogbegaafde niet gezien of gehoord wordt en onder niveau moet presteren. Ook het gevoel van niet begrepen worden door anderen kan een trauma opleveren. De emotionele intensiteit oefent invloed uit op de ervaren heftigheid van het trauma, waardoor kennis van hoogbegaafdheid meegenomen moet worden in de traumaverwerking.
- Sociale verbinding
De omgang met ontwikkelingsgelijken kan enerzijds helpend zijn bij de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en anderzijds geeft het invulling aan het sociale leven. Het kan echter niet makkelijk zijn om deze ontwikkelingsgelijken te vinden. Inzicht in de manier waarop je in de sociale behoefte kan voorzien zorgt voor een groter gevoel van welzijn.
- Existentiële vervulling
Het is bekend dat hoogbegaafden een grote behoefte hebben om iets toe te voegen aan de wereld. Betekenisvol leven geeft een positieve invulling aan de dagelijkse activiteiten en zorgt voor welzijn.
- Cognitieve prikkeling
Cognitieve uitdagingen kunnen ervoor zorgen dat een hoogbegaafde in een positieve flow terechtkomt en daarmee invulling kan geven aan verschillende intensiteiten. Deze behoefte is essentieel om lekker in je vel te zitten.
Psycho-educatie en welzijn
Alle bovenstaande kenmerken bij elkaar maken samen de hoogbegaafdheid. Het is van groot belang dat bij diagnostiek naar hoogbegaafdheid rekening gehouden wordt met al deze kenmerken, zodat ook in het vervolgtraject een goede basisuitleg gegeven kan worden over hoogbegaafdheid. Om jezelf te begrijpen en een plekje in de wereld te vinden is het erg belangrijk om goed te begrijpen wie je bent en welke kenmerken jij bezit. Hierbij mogen deze kenmerken als kracht worden gezien in plaats van als belemmerend gedrag. Welzijn en welbevinden tot in het diepste van wie jij bent is onmogelijk als je niet goed op de hoogte bent van al je hoogbegaafde kenmerken. Helaas wordt grondige psycho-educatie vaak overgeslagen in het begeleiden of behandelen van hoogbegaafde personen. Wanneer zij niet lekker in hun vel zitten en behoefte hebben aan psychologische begeleiding of behandeling dienen zij in hun traject allereerst psycho-educatie te krijgen, als fundering voor de behandeling. Daarnaast moet er een goed overzicht gemaakt worden van alle factoren die van invloed zijn op het welbevinden. Een angststoornis, depressie of burn-out kan nooit los gezien worden van hoogbegaafdheid, waardoor gerichte behandeling in veel gevallen onvoldoende aanslaat. Voor meer informatie hierover verwijzen we naar onze website en in het bijzonder naar het artikel over psychologische behandelingen.
Conclusie
Uit bovenstaande blijkt dat hoogbegaafdheid complexer is dan soms gedacht wordt, dat er een sterke wisselwerking is tussen de kenmerken van hoogbegaafdheid en welzijn, dat allerlei factoren een grotere invloed op welzijn uitoefenen bij hoogbegaafden dan bij anderen en als laatste dat het hiermee cruciaal is om zowel bij diagnostiek als psychologische behandeling de hulp in te schakelen van een gespecialiseerde praktijk. Voor meer informatie over het kiezen van een juiste praktijk kan je tevens op onze website kijken.