Samenvatting
Het gevoel van eenzaamheid kan bij hoogbegaafden leiden tot psychische problemen. Prosociaal gedrag, zoals altruïsme, kan mogelijk deze sociale mismatch verminderen, maar er is nog geen gerichte aanpak voor hoogbegaafden. De Theorie van Positieve Desintegratie (TPD) biedt een mogelijke ingang. Deze theorie verklaart de persoonlijkheidsontwikkeling van hoogbegaafden en hun specifieke relatie met altruïsme, dat zich uit in waardegericht handelen. Dit onderzoek richt zich op de effectiviteit van deze theorie in het verminderen van eenzaamheid, met als doel advies te geven over de inhoud van psycho-educatie voorafgaand aan psychologische behandeling voor hoogbegaafden.
Uit de resultaten blijkt dat er een verband is tussen de mate van altruïsme en IQ, en dat psycho-educatie volgens de TPD een groter effect lijkt te hebben op het verminderen van eenzaamheid dan psycho-educatie volgens het Duran Model. Groepsdiscussies identificeerden vier elementen die psycho-educatie volgens TPD moet bevatten om door hoogbegaafden geaccepteerd te worden en in het dagelijks leven te worden toegepast. Dit maakt TPD een veelbelovende basis voor psycho-educatie voorafgaand aan de behandeling van psychische problemen bij hoogbegaafden.
Kernwoorden: hoogbegaafdheid, sociale mismatch, altruïsme, TPD
Inleiding
Hoogbegaafdheid is een asynchrone ontwikkeling waarbij een andere innerlijke beleving en bewustzijn worden ervaren dan de norm in een gemiddelde populatie. Hoogbegaafden kunnen net als anderen psychische problemen ervaren, al is er weinig bewijs dat ze deze problemen vaker ervaren. Wel kan de intense beleving van de wereld door hoogbegaafden leiden tot heftiger ervaren psychische problemen. Erkenning van deze unieke intense beleving zou een basis moeten zijn voor psychologische zorg. Omdat psychische problemen kunnen ontstaan door een negatief zelfbeeld en een gebrek aan sociale aansluiting, is het belangrijk te onderzoeken waarom hoogbegaafden vaak een sociale mismatch ervaren.
Robinson (2002) suggereert dat hoogbegaafde kinderen zich eenzaam kunnen voelen en hun begaafdheid verbergen om vriendschappen te onderhouden. Onderzoek laat zien dat hoogbegaafde adolescenten hun begaafdheid als een sociale handicap zien en deze verbergen vanwege stigmatisering en de hoge verwachtingen van anderen. De emotionele kwetsbaarheid van hoogbegaafden kan de sociale mismatch versterken.
Een mogelijke strategie om sociale mismatch te verminderen is het bewust inzetten van prosociaal gedrag. Onderzoek toont aan dat prosociaal gedrag kan zorgen voor een betere aansluiting bij de omgeving. Hoogbegaafden kunnen altruïsme, een vorm van prosociaal gedrag, inzetten om sociale mismatch te verminderen, zonder hun eigen normen en waarden op te geven. Eerdere studies hebben een verband aangetoond tussen intelligentie en altruïsme.
De TPD suggereert dat hoogbegaafden meer behoefte hebben aan het ontwikkelen van eigen normen en waarden, gericht op altruïstisch gedrag om van betekenis te zijn voor de maatschappij. TPD stelt dat niet-hoogbegaafden zich meer richten op eigen belang, wat leidt tot sociale conflicten. Het inzicht in deze verschillen kan hoogbegaafden helpen de sociale mismatch beter te begrijpen en psychologische conflicten te verminderen.
Er is echter weinig empirisch bewijs voor het effect van het verschil in altruïsme zoals beschreven in de TPD op psychologische conflicten. Dit onderzoek beoogt te onderzoeken of psycho-educatie volgens de TPD de sociale mismatch en daaraan gerelateerde psychische problemen bij hoogbegaafden kan verminderen.
Onderzoeksvragen
- Bestaat er een verband tussen altruïsme, sociale mismatch (eenzaamheid) en een hoge intelligentie?
- Helpt psycho-educatie volgens de TPD de ervaren sociale mismatch (eenzaamheid) te verminderen?
- Waar moet psycho-educatie volgens de TPD inhoudelijk aan voldoen om door hoogbegaafden geaccepteerd te worden en in het dagelijks leven toegepast te worden?
Methode
Design
Een mixed methods studie werd gebruikt om te onderzoeken of de TPD een theoretisch kader biedt voor effect van psycho-educatie op sociale mismatch. Een voormeting, interventie en controlegroep, en een nameting werden gebruikt om het effect van psycho-educatie op sociale mismatch kwantitatief te onderzoeken. Focusgroepen en interviews werden gebruikt om te achterhalen waar psycho-educatie volgens de TPD inhoudelijk aan moet voldoen.
Deelnemers
Tien hoogbegaafde deelnemers die een sociale mismatch ervoeren, werden geworven en at random in twee groepen van vijf verdeeld. Inclusiecriteria waren: hoogbegaafdheid, eenzaamheidsscore hoger dan drie, en leeftijd tussen 20 en 50 jaar. Exclusiecriteria waren: medicatiegebruik, ernstige psychologische stoornissen (behalve ADHD en ASS), en voorkennis over de TPD.
Instrumenten
- Hoogbegaafdheid werd gemeten met de Raven’s test en de OEQ-II.
- Altruïsme werd gemeten met de NEO-FFI-3.
- Sociale aansluiting werd gemeten met de Eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld.
- Acceptatie van psycho-educatie werd kwalitatief onderzocht met groepsdiscussies.
Procedure
Respondenten werden geworven via sociale media en persoonlijke netwerken. Deelnemers ondergingen een screeningsprocedure en ontvingen psycho-educatiesessies volgens de TPD of een basisuitleg over hoogbegaafdheid (controlegroep). Na de laatste sessie vulden beide groepen opnieuw de Eenzaamheidsschaal in en namen deel aan een focusgroep.
Analyse
Kenmerken van respondenten werden in kaart gebracht, en correlaties tussen intelligentie, altruïsme en eenzaamheid werden berekend. Een ANCOVA werd uitgevoerd om het effect van psycho-educatie op eenzaamheid te onderzoeken.
Resultaten
Deelnemers in de experimentele groep scoorden lager op eenzaamheid na de psycho-educatie dan de controlegroep. De TPD bleek effectiever in het verminderen van eenzaamheid. Vier elementen bleken cruciaal voor de acceptatie en implementatie van psycho-educatie: kennis over karaktereigenschappen, inzicht in sociale mismatch, blijvende zelfreflectie, en uitleg over normen en waarden.
Discussie
Dit onderzoek toont aan dat psycho-educatie volgens de TPD de ervaren sociale mismatch bij hoogbegaafden kan verminderen. Grootschalig vervolgonderzoek is nodig om deze bevindingen te bevestigen en de effectiviteit van psycho-educatie volgens de TPD verder te onderzoeken. Het opstellen van een praktisch inzetbaar protocol voor psycho-educatie kan ondersteunend werken voor psychologen die met hoogbegaafden werken.
Conclusie
Psycho-educatie volgens de TPD biedt een veelbelovende aanpak om de sociale mismatch en psychische problemen bij hoogbegaafden te verminderen. Aanbevelingen voor vervolgonderzoek en praktijk omvatten nascholing van psychologen en de ontwikkeling van een protocol voor psycho-educatie volgens de TPD. Hierdoor kan de frequentie en ernst van psychische problemen bij hoogbegaafden worden verminderd, wat bijdraagt aan hun persoonlijke en talentontwikkeling.